Newsletter

Pour recevoir les nouvelles du site, entrez votre courriel et cliquez sur « Je m’abonne »

Libanese theologen, Een theologie met elan, Pokrof, 01.12.2011

Pokrof2011

‘Mijlpalen voor een Libanese contextuele theologie’ is een proefschrift dat ik bij tijd en wijle met rode oortjes heb gelezen. De auteur, Antoine Fleyfel geeft de zaken helder weer. En het elan is voelbaar waarmee Fleyfels Libanese contextuele theologen al reflecterend en schrijvend nieuwe wegen zijn gegaan.

De meesten onder hen schreven tussen begin jaren ’50 en eind jaren ’70. De onafhankelijkheid van Libanon in 1943, zijn politieke structurering op basis van confessie (confessionalisme), het samenleven met de moslims in Libanon die zich evolueerden van minderheid naar meerderheid, de stichting van de Staat Israël in 1948 en de komst daardoor van Palestijnse vluchtelingen naar Libanon, en kerkelijk: de orthodoxe jeugdbeweging, de roep om vernieuwing in de Maronietische kerk, de oecumene en het Tweede Vaticaanse Concilie – het moeten evenzovele momenten geweest die deze theologen aanzetten tot hun soms eigenzinnige en voorheen ongekende visies.

Het betreft stuk voor stuk visionaire auteurs. Zo plaatst Hayek de islam in het geheel van de heilsgeschiedenis, de geschiedenis van Gods belofte, door terug te grijpen op Ismaël, de verstoten zoon van Abraham en diens slavin Hagar en als de voorvader der Arabieren beschouwd, meer in het bijzonder die van de moslims. Op deze wijze rehabiliteert Hayek als christelijk denker de islam. Hayek ziet ook een belangrijke rol weggelegd voor de oriëntaalse christenen, in het bijzonder de Maronieten, een katholieke oosterse kerk van de Syrische traditie. Moubarac gaat terug op Abraham zelf en beschouwt de islam – naast het jodendom en het christendom – als een authentieke vorm van ‘abrahamisme’. Tevens beijvert hij zich voor de eenheid van alle kerken van de traditie van Antiochië.

Khodr grijpt terug op de Byzantijnse theologie van de Logos spermatikos, letterlijk: ‘het (goddelijke) Woord met Zijn zaden’. Gods Woord dat mens werd in Jezus Christus “slaapt in de nacht van de godsdiensten” (Fleyfel in een samenvatting). In de mate dat ook de islam deze ‘zaden van het Woord’ in zich bergt, bevat zij een deel van de goddelijke waarheid. Deze voorbeelden geven alle drie aan hoe in de decennia voor de Libanese Burgeroorlog (1975-1990) christelijke theologen openingen maakten naar hun moslimse medeburgers en ze zich evenzeer inzetten voor de vernieuwing van de kerk. Mouchir Aoun zal jaren later de draad weer oppakken met prikkelende voorstellen om de islamitisch-christelijke dialoog nieuwe vitaliteit te geven. Antoine Fleyfel voelt zichzelf ook duidelijk in de lijn van de recente revitalisering staan van wat hij is gaan noemen de ‘Libanese contextuele theologie’.

De Libanese contextuele theologen
* Michel Hayek (*1928-†2005), Maronietisch priester, leefde 52 jaar in Frankrijk.
* Youakim Moubarac (*1924-†1995), Maronietisch priester, leefde 43 jaar in Frankrijk.
* Grégoire Haddad (*1924), Grieks-katholiek, aartsbisschop van Beiroet (1965-1975), afgezet door de synode van het Melkietische patriarchaat vanwege te afwijkende theologische meningen, thans titulair bisschop van Adna.
* Georges Khodr (*1923), Grieks-orthodox, aartsbisschop van Jbeil en de Berg Libanon.
* Jean Corbon (*1924-†2001), Fransman, vanaf 1959 levend in Libanon, Grieks-katholiek, priester.
* Mouchir Aoun (*1964), Grieks-katholiek, werkzaam als professor in Libanon

“IK KAN BIJDRAGEN AAN HET BRENGEN VAN DE THEOLOGIE UIT HET OOSTEN NAAR HET WESTEN”
Interview met Antoine Fleyfel

Dr. Antoine Fleyfel (*1977) blijkt een jong uitziende man te zijn, gestoken in modieuze zwarte kleren en met een ravenzwarte paardenstaart onder zijn zwierige hoed. Niet direct wat je je voorstelt bij een theoloog. Ik ontmoet hem, zojuist gearriveerd vanuit Frankrijk, aan het einde van de ochtend in de lounge van het hotel waar hij verblijft. Hij was al vroeg die dag naar het Belgische Leuven gereisd, om op de Faculteit van Godgeleerdheid aldaar met enkele anderen eind mei jl. een infomiddag toe te spreken. Titel van die bijeenkomst: ‘Christenen in het Midden-Oosten: hebben ze nog een toekomst?’. Het is een winderige maar verder haast midden-oosters zonnige dag en de stad Leuven blijkt, pal voor het hotel, druk doende om letterlijk aan de weg te timmeren. Over de opgebroken straten en door het opstuivende stof zoeken we ons een weg naar het restaurant aan het Stationsplein waar we het interview zullen houden.

Antoine Fleyfel heeft filosofie en theologie gestudeerd in Libanon (Kaslik) en Frankrijk (Parijse Sorbonne, Straatsburg), beide afgesloten met een doctoraat, waarvan het laatste in februari dit jaar in de theologie. Onderwerp van zijn theologisch proefschrift, inmiddels als boek uitgegeven, is wat met een mond vol ‘contextuele Libanese theologie’ heet. Welke bijdrages hebben Libanese christelijke theologen geboden en nog te bieden binnen de Libanese en Arabische context?

Beste dr. Fleyfel, kunt u zich voorstellen aan de lezers van Pokrof?
“Ik ben een Franse Libanees en ben filosoof en theoloog. Ik woon sinds 11 jaar in Frankrijk. Voor die tijd woonde ik heel mijn leven in Libanon. Ik verblijf zo’n 9 maanden per jaar in Frankrijk, 2 maanden in Libanon, waar ik ongeveer 4 keer per jaar naar toe ga, en 1 maand elders in het buitenland. Mijn specialiteit in de theologie is systematische theologie, contextuele theologie en verder alle problemen van de oosterse kerken.”

Hoort u zelf tot een oosterse kerk?
“Ja, natuurlijk. Ik ben Maroniet. Ik werd geboren aan het begin van de Libanese Burgeroorlog (1975-1990, red.). Ik heb het allemaal meegemaakt, zelfs tot in mijn vlees. Ik groeide op in Beiroet, in Ashrafieh (centrum van het oostelijke christelijke stadsdeel, red.).”

U schrijft over contextuele theologie – wat is dat?
“De theologie heeft traditioneel twee fundamenten: de Bijbel en de Traditie, voor katholieken en orthodoxen. Voor protestanten is dat alleen de Bijbel. Contextuele theologie is een nieuwe manier van theologie bedrijven, vanaf de jaren ’70. Niet alleen meer op basis van Schrift en Traditie – we hebben ook de context nodig, als een bron voor de theologie.”

Maar theologen namen voor die tijd toch ook de context in hun denken mee.
“Het is nu expliciet. Een theologische manier van spreken die niet contextueel is, wordt niet meer geaccepteerd. Je kunt geen zesde-eeuwse theologie nemen voor hedendaags Latijns-Amerika.”

Uw proefschrift heet ‘Mijlpalen voor een Libanese contextuele theologie’. Wat is er Libanees aan?
“Dat ze is gemaakt door Libanese theologen voor de Libanese context, met als doel een gelovig spreken dat beantwoordt aan de belangrijke problemen van Libanon: de dialoog tussen moslims en christenen, de hervorming van de kerken samen met de oecumene en de vernieuwing van de theologie, en de politieke theologie. De politieke theologie betreft drie zaken: de Libanese Burgeroorlog, de problematiek van het confessionalisme en secularisme en het Israëlisch-Palestijnse conflict, dat cruciaal is voor Libanon. Vanwege wat er in Palestina/Israël gebeurde, kwamen er vluchtelingen. Er zijn nu 400.000 Palestijnen in Libanon. Een probleem vanuit menselijk, demografisch en confessioneel oogpunt. Libanon is gevormd op basis van een evenwicht (tussen de confessionele groepen onder moslims en christenen, red.), maar dat evenwicht is verstoord. En dan is er de morele kant van de Palestijnse zaak. Tijdens de Libanese Burgeroorlog dacht de wereld dat alleen Libanees ‘links’, de moslims en de Druzen achter de Palestijnse zaak stonden, maar dat is niet waar. Ook een heleboel christelijke intellectuelen. Alle theologen die ik in mijn proefschrift behandel, stonden achter de Palestijnen. Om morele redenen. Wat in Israël is gebeurd is onrechtvaardig; we kunnen niet accepteren dat een volk wordt gemarteld. En omdat ze Arabieren zijn net als wij. Israël is een kunstmatig lichaam, vreemd. Mensen kwamen van elders hierheen. Moslims zeggen dat, maar ook de christenen. We moeten naar een oplossing zoeken.”

U spreekt over mijlpalen. Mijlpalen ook naar de toekomst toe?
“Ja. Ik ben de eerste die spreekt over ‘Libanese contextuele theologie’. Ik deed onderzoek naar de contextuele theologie en daarna over de locale Libanese theologen. Ik ontdekte dat de manier waarop die theologie bedreven, contextuele theologie is. Voor een eerste poging kan ik niet pretenderen dat ik alle aspecten op een afdoende manier heb behandeld. Daarom past mij nederigheid. Ik presenteer als mijlpalen wat ik in de contextuele theologie heb gevonden en als fundamenteel beschouw.”

U schrijft over 5 of in feite 6 grote Libanese persoonlijkheden. Allemaal horend tot een van de oosterse kerken. Allemaal Libanezen, behalve Jean Corbon die, van Franse komaf, in Libanon woonde. Allemaal priester, behalve Mouchir Aoun.
“Aoun wás priester, maar zegt dat niet graag. Alle zes snijden ze de hoofdzaken aan die de christenen in Libanon aangaan, voor nu en voor de toekomst, de drie zaken die ik al noemde: de christen-moslimdialoog, de kerkvernieuwing plus oecumene en de politieke theologie – ieder op zijn manier. Corbon sprak niet over dialoog en politieke theologie; hij concentreerde zich op de oecumene. Daarom spreek ik liever over 5 dan over 6 theologen. George Haddad schreef niet over de christen-moslimdialoog; hij vond dat die gelééfd moest worden.”

Maar bisschop Haddad is toch door zijn Grieks-katholieke Kerk op een zijspoor gezet, omdat hij Mohammed een profeet noemde?
“Haddad zei dat inderdaad. Dat zeiden ze allemaal in feite; soms wordt ook gezegd dat Mohammed op een verkeerde manier profeet was. Je moet een heleboel details uitleggen om dat alles te begrijpen. Zij allemaal rehabiliteren de islam: Hayek, Moubarac, Khodr: ‘De islam is geen valse godsdienst en Mohammed geen valse profeet.’ Dat is de gemeenschappelijke grond waarop deze theologen staan. Wat belangrijk is, is dat contextuele theologie fundamenteel pluralistisch is. Deze theologen hebben allemaal verschillende standpunten, maar die verschillen zijn niet per se onverenigbaar of tegenstrijdig. Het zijn visies die open staan voor grote vergezichten. Dat is het tegengestelde van een dogmatische manier van denken.”

Hoe moeten we dan aartsbisschop Khodr plaatsen? Hij is iemand die de oosters-orthodoxe theologie met haar wezenlijke waarheid die nooit verandert, plaatst tegenover wat hij als typisch westers beschouwt: iedere 10 jaar een nieuwe theologie over dit of dat thema: bevrijdingstheologie, feministische theologie…?

“Khodr heeft twee lijnen van spreken. Hij is gehecht aan de traditie van zijn kerk, maar staat tegelijkertijd open voor het gesprek met de wereld, met andere kerken, met andere godsdiensten en met het humanisme. Met te zeggen dat er in de islam de ‘zaden van het Woord’ zijn, zit hij helemaal binnen de Byzantijnse orthodoxe theologie. Dat is iets anders dan de theologie van Hayek of Moubarac die echt nieuwe wegen inslaan. Maar Khodr contextualiseert deze boodschap (van de Byzantijnse orthodoxe theologie, red.), door ze toe te passen op de islam. Hij is ertegen om de islam als een duivelse religie te zien.”

Wanneer ontwikkelde Khodr zijn ideeën over de ‘zaden van het Woord’?
“In de jaren ’70.”

Maar het Tweede Vaticaanse Concilie (1962-1965) zei toch hetzelfde…
“Vaticanum II geeft een hoofdlijn, Khodr zegt het uitdrukkelijker. Hij geeft zelden zijn bronnen, je moet ze zelf zoeken: de orthodoxe theologie, Vaticanum II… De manier waaróp hij het zegt, binnen de Libanese context…, dáármee contextualiseert hij de boodschap.”

Tussen Mouchir Aoun en de andere contextuele theologen zit 40 jaar. Wat is daarvan de reden?
“De Libanese Burgeroorlog! Deze was een grote teleurstelling voor deze theologen. Hayek stopte met schrijven, op enkele publicaties na. Moubarac zette zijn onderzoekingen rond de dialoog tussen moslims en christenen stop, omdat deze op hetzelfde moment elkaar aan het vermoorden waren. Khodr ging door. Haddad kreeg in 1975 een boel problemen, hij schreef nog wat artikelen en hield daar toen mee op. De Libanese Burgeroorlog deed de theologen het schrijven staken en verhinderde tevens dat nieuwe theologen opstonden. Er waren nog wel wat pogingen in de vorm van enkele publicaties, colloquia en conferenties. Maar de sfeer in de Burgeroorlog was: voordat we denken, moeten we eten en een dak boven ons hoofd hebben. Toen deze oorlog voorbij was, begon Aoun met zijn theologische reflectie. Het Instituut van de jezuïeten in Beiroet voor de christelijk-islamitische dialoog functioneert nog steeds, maar dat gaat meer over cursussen om elkaar te ontmoeten en te leren kennen, te respecteren en te accepteren. Er komt een moefti vertellen over de islam en een priester over het christendom. ’n Heleboel geschiedenis ook. Maar het is geen theologische dialoog op de manier van deze contextuele theologen die nieuwe vergezichten creëren.”

Zijn er bij de contextuele Libanese theologen manieren van theologiseren die typisch behoren tot hun eigen traditie, bijvoorbeeld die van het Syrische christendom.
“Specifiek van de Syrische traditie zijn mensen als Hayek en Moubarac, Ze beschouwen zich als Maronieten. Dat kan niet missen. Ze zien een roeping voor de Maronietische Libanezen, de roeping van het Syrische christendom. En Khodr is orthodox. Dat kan ook niet missen. Bij Haddad, Corbon en Aoun ligt het weer anders. Bij hen ligt de nadruk op de Arabische identiteit. In de Melkietische Grieks-katholieke Kerk is dat wel niet het hoofdspoor, maar haar Arabische identiteit is een onderdeel van haar traditie. Ze waren in de 19e en 20e eeuw zeer Arabisch en nemen dat mee in hun erfgoed. Ieder neemt zijn eigen erfgoed met zich mee. Zeer Syrisch. Zeer Arabisch. Zeer contextueel.”

Uw contextuele Libanese theologen leefden voor een belangrijk deel in het buitenland: Moubarac en Hayek zelfs tientallen jaren! En hoe ziet u uzelf als een Libanees en theoloog die in het buitenland woont? Hebt u het idee dat u een bijdrage kunt leveren.
“Het is erg vreemd dat de meeste Libanese en zelfs Arabische denkers in het buitenland woonden. Ze waren gehecht aan Libanon toen ze het land verlieten. Neem Khalil Gibran die ook in het buitenland woonde. Vanuit een kritische distantie kun je de context waarderen waarin je hebt geleefd. Je kunt profiteren van de andere horizon. Ik heb dat zelf, wonend in Frankrijk, Denemarken en Duitsland, ook kunnen doen. Het is geen handicap; het heeft me geholpen de horizon te verwijden. Alle contextuele Libanese theologen woonden hier in Europa, maar je blijft aan je land denken. Ik kan bijdragen aan het theologische landschap in Libanon. Ik ga vier per jaar naar Libanon, zo’n twee maanden in totaal. Ik heb het gevoel alsof ik in Libanon woon. Ik leg mijn oor te luisteren bij mijn vrienden daar. En, met internet is de wereld een groot dorp. Ik beschouw mezelf bijna als daar levend. Ik fungeer als een brug. Ik kan de rijkdom van de westerse theologie naar Libanon brengen. Contextuele theologie ontstond tenslotte in het westen. Maar de brug is er één naar twee kanten toe: ik kan tevens bijdragen aan het brengen van de theologie uit het Oosten naar het Westen.”

Leo van Leijsen
Pokrof (Nederland)
Jaargang 58, Nummer 5, Nov-Dec 2011, p. 15-18.

Leave a Reply

You can use these HTML tags

<a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <s> <strike> <strong>